Beroepsgeheim
Het beroepsgeheim betekent dat je moet zwijgen over alles wat je bij de uitoefening van je beroep als arts over de patiënt te weten bent gekomen. Het beroepsgeheim zorgt voor een vrije toegang tot de zorg en is bedoeld om de patiënt en de samenleving te beschermen. Een patiënt met psychische klachten of een verslaving bijvoorbeeld, moet zich vrij voelen een arts te bezoeken. Het beroepsgeheim is niet alleen een juridische regel, maar ook een ethische norm, die de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt (een waarde) beschermt.
Er zijn drie situaties waarin je als arts het beroepsgeheim mag doorbreken:
- Als de patiënt daarvoor toestemming geeft.
- Als je wettelijk verplicht bent om bepaalde informatie naar buiten te brengen (bijvoorbeeld als de patiënt een besmettelijke ziekte heeft).
- Als je te maken hebt met een conflict van plichten die je als arts hebt. . Dit speelt bijvoorbeeld bij sommige situaties van kindermishandeling. In een dergelijk geval mag je het beroepsgeheim alleen doorbreken bij uiterste noodzaak en als er geen andere mogelijkheden zijn om het gevaar af te wenden. Bij zo’n conflict van plichten moet je als arts dus je eigen ethische afweging maken.
Op de website van de KNMG staan verschillende dilemma’s rond het beroepsgeheim beschreven, inclusief adviezen en een toelichting daarop. Bijvoorbeeld over de vragen waar je tegenaan loopt als:
- je patiënt mogelijk een terrorist is;
- je patiënt een dreigement uit;
- je patiënt fraudeert;
- je te maken hebt met kindermishandeling.
Daarnaast lees je meer over dit onderwerp in het webdossier beroepsgeheim van de KNMG en in de factsheet medisch beroepsgeheim.